Leraar in beeld

Dilek Tekin

Leraar Wiskunde

image

Met twintig jaar leservaring in Turkije, nu in Nederland voor de klas

Dilek Tekin wist van jongs af aan dat ze leraar wilde worden. “Op de basisschool vond ik rekenen heel leuk en later wiskunde. Ik was er ook goed in. Aan de Selçuk Universiteit in Turkije heb ik in vier jaar een studie tot leraar wiskunde gedaan. Daarna heb ik twintig jaar lesgegeven aan middelbare scholieren.”

Begin 2020 kwam ze naar Nederland. Totdat je een verblijfsvergunning hebt, mag je niet (volledig) werken en ook de taallessen NT2 (Nederlands als tweede taal) starten nog niet direct. “Ik ben toen drie keer in de week naar de bibliotheek gegaan om daar met vrijwillige taalcoaches toch de basis van het Nederlands te leren. Ik heb ook boeken gekocht om thuis te studeren en deed veel via internet. Zeker toen corona uitbrak. Ik kende niemand, ontmoette niemand. Ik heb veel moeite gedaan om de taal te kunnen leren, maar vond dat een heel moeilijke tijd.”

Eerste stagedag
In februari 2022 startte het bijscholingstraject Docent Vluchteling voor de Klas en Dilek zat in de eerste groep wiskundeleraren die hieraan deelnamen. “Aan de Hogeschool Utrecht kreeg ik twee dagen per week les. Nederlands – van B1 naar B2 niveau -, pedagogiek en vakdidactiek. Ik vond de stof niet moeilijk, maar de taal maakte het toch lastig. Na twee maanden ging ik ook twee dagen per week stage lopen bij Laar & Berg in Laren. Ik weet mijn eerste stagedag nog goed. Het was een vwo 6-klas en de les ging over logaritmes. Ik zat achterin en volgde de les die de docent gaf.”

Echt alles is nieuw
Inmiddels heeft Dilek een aanstelling als onderwijsassistent bij het Lucent College in Hilversum waar zij, begeleid, ook zelfstandig voor de klas staat. En dat is een heel nieuwe ervaring.
“Ik heb heel veel ervaring met lesgeven, maar niet in Nederland. Echt alles is nieuw en kost veel tijd en energie. Ik moet zowel het Nederlands leren als de manier van lesgeven hier. In Turkije is een leraar wiskunde bijna het hele lesuur aan het woord. Hij of zij praat, schrijft op het bord en leerlingen luisteren en maken aantekeningen. Hier geeft de leraar tien tot maximaal vijftien minuten instructie en daarna gaan de leerlingen zelf oefenen, leren en zich ontwikkelen. De leerlingen gaan echt stap voor stap. En elk onderwerp begint met een verhaal uit de dagelijkse praktijk. Dat vind ik heel goed.  De manier van lesgeven in Turkije geeft leerlingen vaak een te grote belasting in één keer.”

Ook de omgang met leerlingen is heel anders.
“In Turkije gaan de leerlingen staan als de leraar binnenkomt. Dat is een teken van respect. Dat mis ik hier wel. In Nederland krijgen leerlingen veel meer ruimte. Ze mogen direct zeggen wat ze denken tegen hun leraar of tegen hun ouders. Dat kende ik niet. In Turkije moeten kinderen opvolgen wat hun ouders of leraren zeggen. Ja, dat vind ik moeilijk, maar dat is mijn probleem. Hier is dit gewoon en ik moet daaraan wennen. Het maakt me soms wel onzeker: welke reactie kan ik geven en welke reactie ga ik krijgen? Ook dat moet ik leren.”

Bijlesleraar
Als onderwijsassistent ondersteunt Dilek kleine groepjes leerlingen of werkt ze één op één met hen. Ook geeft ze inmiddels bijles. Ze werkt samen met begeleider en leraar wiskunde Joop. “Als ik lessen overneem, luistert Joop en noteert hij tops en tips. Dat helpt heel veel. Zo leer ik steeds meer de Nederlandse manier van lesgeven. Ik had laatst een praktijkopdracht voorbereid over kubieke centimeter en centiliters. Ik heb pakjes sinaasappelsap gekocht van 200 ml. De leerlingen moesten door te meten de omtrek en de inhoud berekenen in kubieke centimeter en in liters. Dat werkte heel goed. Daar ben ik dan echt trots op.”

Advies
Dilek’s belangrijkste advies aan statushouders die ook leraar willen worden: “Leer heel goed Nederlands! Wacht niet tot je een cursus mag gaan doen. Ga zelf ook op onderzoek uit. Begin. De taal is voor mij nog steeds wel lastig. Leerlingen praten weer heel anders dan ik heb geleerd. Heel snel en ze gebruiken andere woorden. Maar als het over het vak wiskunde gaat, gaat het prima. Wiskundige formules zijn in ieder land hetzelfde. Ik zeg ook tegen mijn leerlingen: ik ben heel goed in wiskunde, dat moeten jullie nog leren. Maar het Nederlands moeten jullie mij leren.”