Toekomstige collega

Linda Tensen

  • Van: Wilhelminaschool Hilversum

‘Juf, weet je waar jij op lijkt?’

Linda Tensen (53) studeerde af aan de pabo, specialisatie bovenbouw. Maar na een paar maanden met een groep pre-pubers wist ze dat dát niks voor haar was. Inmiddels geeft ze al 29 jaar les aan kleutergroepen. Ze heeft in haar onderwijscarrière heel veel zien veranderen, maar wat blijft is dat ieder kind zich veilig wil voelen. Over de vraag wat ze vroeger wilde worden hoeft ze geen seconde na te denken: juf!

Verkering
“Ik ben op een boerderij geboren, maar had helemaal niet veel met het boerenleven. Van jongs af aan zei ik: ik word later juf en ik ga naar de stad. En zo is het ook gegaan. Toen ik 18 was en mijn rijbewijs had, heb ik zo snel mogelijk een autootje gekocht en begon ik op de pabo in Oegstgeest. Maar mijn toenmalige vriendje ging naar de kunstacademie in Utrecht. Ik vond hem zo leuk dat ik dacht: als ik niet meega wordt het nooit wat. Dus stapte ik over naar de Marnixacademie in Utrecht. Daar heb ik de pabo afgerond en tussen ons is het nooit meer uitgegaan.”

Jong en enthousiast
“Mijn eindstage klas was echt een vuurdoop. Dat was een groep 7/8 in Bilthoven. Ik was afgestudeerd met specialisatie bovenbouw omdat ik dacht dat ik meer had met oudere kinderen. Ik was jong, en hartstikke enthousiast. Maar dan kwam ik met een leuk plan en dan zeiden de leerlingen: ‘Getverrr, daar hebben wij geen zin in’. Ik kon niks met die pre-pubers. Daar werd ik heel onzeker van. De directeur zei toen: ‘Misschien moet je eens kijken bij de kleuters, die zijn altijd enthousiast’. En zo kwam ik op de Tweede Marnixschool in Utrecht.”

Letterlijk een goede leerschool
“Het was een school op de grens van de wijken Oog in Al en Lombok. Dat gaf een pittige combi: de ene helft bestond uit kinderen die vanwege een migratie-achtergrond niet aanspreekbaar waren in het Nederlands en de andere helft waren kinderen van onder andere artsen en advocaten. Het was een gekke mix, maar een ontzettend goede leerschool. Toen ben ik ook NT2-leraar geworden, Nederlands als 2de taal. Ik heb daar vijfenhalf jaar gewerkt. Na de geboorte van mijn eerste zoon heb ik de switch gemaakt naar een school in mijn woonplaats: de Wilhelminaschool in Hilversum. Inmiddels sta ik daar nu al 23 jaar voor groep 1/2. Ik vind het mooi om van die kinderen zelfstandige wezens te maken. Laat het ze maar ontdekken en zelf doen.”

Vertrouwen is de basis voor ontwikkeling
“Kleuters zijn heel puur. Ze observeren je en zien alles. Ze zijn ook heerlijk in hun directheid en met hun uitspraken. Laatst zei een meisje tegen mij: ‘Juf, weet je waar jij op lijkt?’ Ik: ‘Nou vertel’. Zij: ‘Jij lijkt op een oma-mama. Je hebt de rimpels van een oma, maar verder lijk je gewoon op een mama.’ Geniaal toch? Ze noemen me ook wel eens mama of oma, dat gaat over het gevoel dat ze bij je hebben. Het allerbelangrijkste is dat ze vertrouwen in je hebben. Zeker als een kleuter nieuw op school is, moet je daar veel energie insteken. Contact maken, kleine gesprekjes. Als je ziet dat het spannend is, even een aai, vragen ‘wil je even naast me zitten?’ Als er wederzijds vertrouwen is, kan een kind zich gaan ontwikkelen. Een tijdje geleden vroeg iemand bij Proceon (de scholenstichting waar de Wilhelminaschool onder valt, red.) om mijn emailadres. Ze zei: ‘Dat is mijn oude juf van vroeger in Utrecht. Ik ben net bevallen en wil het haar zo graag vertellen.’ Dat was weer even een reminder: je maakt echt indruk als eerste juffie.”

Bijna dertig jaar veranderingen
“Ik heb heel veel golfbewegingen in het onderwijs meegemaakt. Er zijn dus best wel eens studiedagen waarbij ik denk: oké, daar gaan we weer. We hebben het een tijdje zus gedaan, dat was het blijkbaar niet, dus nu gaan we het weer zo doen. Er zijn natuurlijk wel nieuwe ontwikkelingen. De maatschappij verandert, de kinderen veranderen en daar ga je in mee. De grootste verandering bij de kleuters is dat ze veel mondiger zijn en dat de spanningsboog veel korter is dan vroeger. Ze zijn gewend online, met games of vluchtige dingen bezig te zijn. Er zijn maar weinig kinderen die zich heel lang op een bepaald spelletje kunnen concentreren. Als ik voorlees, kost het me ook veel meer moeite ze erbij te houden. Vroeger zaten ze dan helemaal in je verhaal.”

Grote lijnen blijven zien
“Wat ik echt jammer vind, is dat er iedere keer weer meer bij komt aan administratieve taken. Ik vind het leuk en belangrijk om mijn klas gezellig te maken en uitdagende hoeken te creëren voor de kinderen. Daar kom ik nu wel eens niet aan toe, omdat die administratie zo belangrijk is. Ik zie dat heel veel jonge collega’s daarop ook afbranden. Ze hebben het gevoel dat er al heel veel moet en dan komt er ook nog eens van alles bij. Dan zeg ik: ‘Probeer de grote lijnen te blijven zien en ook af en toe iets over de schutting te gooien’. Ik probeer eerst te doen wat het belangrijkst is en wat dan niet meer lukt, nou ja, morgen weer een dag.”

Belangrijk aan werken in het basisonderwijs
“Het is belangrijk dat je flexibel bent. Je kan nog zo leuk je dag hebben voorbereid, maar het loopt nooit zoals je denkt. Dat is bij kleuters helemaal extreem. Er hoeft maar iets buiten te gebeuren en ze staan met z’n allen voor het raam. Dag les.
Werken in de onderbouw is ook fysiek best zwaar. Je bent de hele dag in de weer. Ik heb wel een bureau maar daar zit ik alleen maar na schooltijd aan met m’n laptopje. Ik hoor ook vaak van nieuwe leraren dat ze het geluid heel heftig vinden.
Ga vooral eens kijken in een klas, hoe zo’n dag nou echt verloopt en of je het iets vindt. Ook heel belangrijk: je moet echt affiniteit hebben met kinderen en zelf iets uitstralen dat die kinderen pakt. Als je dat niet hebt, gaat het niet lukken. Ook kleuters kunnen over je heen lopen. Het is boven alles een mooi vak. Je staat aan de basis van de ontwikkeling van jonge kinderen en dat geeft veel voldoening.”

Lianne Rebel

Lianne Rebel wilde van kleins af aan juf worden, maar had het idee dat dit voor haar niet was weggelegd. “Ik dacht: dan moet je heel veel theorie doen en daar was ik helemaal niet van. Ik was van het creatieve. Ik had ook een taalontwikkelingsstoornis en dacht dat je daarmee nooit de pabo zou kunnen doen.”

Jeanine Elders

Het carrièrepad van Jeanine Elders bracht haar steeds een stapje hoger, tot manager aan toe. Op een levensbepalend moment besefte ze dat dat niet was waar haar hart lag. Ze miste het contact met de werkvloer en maakte de overstap naar het basisonderwijs. Op de Augustinusschool in Hilversum managet ze nu als zij-instromer vijfentwintig zeer (inter)actieve kleuters.

Ferdi Schrooten

Ferdi Schrooten studeerde journalistiek en werkte lang in de krantenwereld. Later switchte hij naar tv. Hij deed projecten in binnen- en buitenland en heeft een boek geschreven. Nu staat hij bij christelijke basisschool De Regenboog in Kortenhoef als leraar voor groep 7. Daar begint hij iedere dag met een onderwerp uit het nieuws.

Petra Haverlach

Petra Haverlach ging na de middelbare school naar de kappersschool omdat het haar ´wel leuk leek´. Dat was het ook, net als het kappersvak, maar het gevoel echt iets toe te kunnen voegen ontbrak. Na wat omzwervingen maakte ze de overstap naar het onderwijs. Ze werkt nu als leraarondersteuner op de Junior Campus in Hilversum en doet de flexibele deeltijd-pabo om straks zelfstandig voor haar eigen klas te staan.

Judith Visser

Judith Visser: “Toen ik klein was, wilde ik later een stoer beroep: bij de landmacht of beren verzorgen in de dierentuin.” Dat is het uiteindelijk niet geworden, maar na jaren in een andere sector de overstap maken naar het onderwijs is minstens even stoer. Judith staat als zij-instromer voor de klas op de Gooise Daltonschool in de Hilversumse Meent.

Jeroen Hubert

Jeroen Hubert (47) werkte tien jaar als fitnessinstructeur en dertien jaar als financieel adviseur bij een bank. Totdat een gastles op een basisschool hem aan het denken zette. Inmiddels zit hij in het afrondende jaar van de deeltijd-pabo en loopt hij stage op RKBS de Springplank in Huizen.

Ilse de Bruin

“Toen ik jong was wilde ik kinderarts worden of juf. Ik was niet zo bèta, dus op de middelbare school had ik al snel door: kinderarts ligt buiten mijn bereik. En wat het onderwijs betreft: daar waren in die tijd helemaal geen banen in! Ik heb ook over de kunstacademie gedacht, maar dat vond ik toen toch wel een beetje vaag.”