In gesprek met

Mahboubeh Ghasemzadeh

Leraar Wiskunde

'Hier kan ik gelukkig ook zeggen: ik zoek het op en kom er de volgende les op terug.'

Mahboubeh Ghasemzadeh stond in Iran 24 jaar voor de klas. Na een bijscholingstraject is ze nu leraar wiskunde op het Gemeentelijk Gymnasium Hilversum.

“Toen ik heel jong was, wilde ik juf worden. Later op de middelbare school werd dat ingenieur. Natuurkunde vond ik het leukste vak. In Iran moeten alle middelbare scholieren een soort examen doen om te kijken naar welke vervolgopleiding zij mogen. Mijn score was net niet goed genoeg voor een ingenieursstudie. Ik kon nog een jaar op de middelbare school blijven en de test opnieuw doen, maar ik koos voor een bachelor wiskunde. Daarna heb ik een master gedaan en ben ik doorgegaan voor mijn PhD. Maar toen ik zwanger was van mijn eerste dochter heb ik ervoor gekozen niet verder te studeren, maar te gaan werken als wiskundeleraar. Ik heb zowel op de middelbare school als aan de universiteit lesgegeven. Alles bij elkaar had ik 24 jaar ervaring. Tot op de laatste dag in Iran heb ik lesgegeven.”

Heel veel vrijwilligerswerk
“In 2018 ben ik naar Nederland gekomen. Ik mocht hier nog niet werken en moest eerst de taal leren. Ik heb heel veel vrijwilligerswerk gedaan. In het buurthuis ging ik koffie schenken en koken voor ouderen. Bij ISK (internationale schakelklassen, red.) was ik een soort verbinder tussen de school en mensen uit Iran. Ik hielp met vertalen en kon een beetje adviseren. Ik heb in de spelotheek gewerkt en op een festival de catering gedaan. Als ik hoorde: ‘daar kun je vrijwilligerswerk doen’, meldde ik me aan. Ik heb ook een taalcafé gevolgd en lessen Nederlands in de bibliotheek. Ik ben wiskundige, ik ben niet goed in talen, dus ik heb vooral heel veel geoefend.”

Wil je nu even je mond houden?
“Van 2021 tot 2022 heb ik in Amsterdam een traject gevolgd om leraar te worden. Twee dagen in de week ging ik naar de opleiding en twee dagen per week liep ik stage op het Gerrit Rietveld College in Utrecht. Ik vond het heel leuk. Ik wilde vooral leren hoe de cultuur hier is. Hoe kan ik lesgeven? In Iran kon je als vrouw op de middelbare school alleen aan meisjes lesgeven. Ik heb aan de universiteit wel les gegeven aan zowel meisjes als jongens, maar op die leeftijd zijn ze weer heel anders. Ik leerde ook wat je hier wel en niet kunt zeggen. Daar moest ik erg aan wennen. Ik durfde in het begin echt niet tegen een leerling te zeggen: wil je nu even je mond houden?! Dat vond ik onbeleefd.”

Ik wil geen stille klas
“Na dit opleidingstraject heb ik twee sollicitatiegesprekken gedaan en op het Gemeentelijk Gymnasium Hilversum werd ik direct aangenomen. Ik was zo blij. Dat was voor mij het mooiste nieuws dat ik had gekregen sinds ik in Nederland was. Vanaf het begin sta ik alleen voor de klas. Ik kan me de eerste keer nog goed herinneren. Eerst had ik een klas die vrij druk was. Daarna kreeg ik een klas die heel rustig was; ze zeiden of vroegen niet veel. Daar werd ik heel verdrietig van. Ik dacht: ze begrijpen vast niks van wat ik zeg. Ik vertel de leerlingen nu ook: ik wil geen drukke klas, maar ik wil zeker geen stille klas!”

Ik zoek het even op
“In Iran duurt een les anderhalf uur, dan 10 minuten pauze en dan weer anderhalf uur. De leraar is aan het woord en de leerlingen luisteren. Hier heb je tien, maximaal vijftien minuten instructie en daarna beginnen ze met een opdracht. Dat vind ik veel fijner. In Iran was het ook zo dat alles wat niet goed ging, de schuld was van de leraar. De leerling wil niet: probleem van de leraar. Een leerling haalt geen goede cijfers: dat ligt aan de docent. In Iran moest je als docent direct ook alle vragen kunnen beantwoorden. Hier kan ik gelukkig ook zeggen: ik zoek het op en kom er de volgende les op terug.”

Het is zeker niet altijd makkelijk
“Het gaat goed met mij en de leerlingen. Natuurlijk heb je wel eens een probleem met iemand. Maar als ik het dan aan mijn collega’s voorleg, merk ik dat zij dat ook hebben. Dat ligt niet aan mij, of omdat ik uit een ander land kom. En ja, er zijn dagen die heel moeilijk zijn. Als de les niet lekker loopt, of ik niet goed orde kan houden. Op die dagen mis ik mijn familie, mijn ouders en vriendinnen extra. Op 21 februari is het Nieuwjaar in Iran. Het duurt dertien dagen, we bezoeken familie, hebben mooie kleding aan, eten zoete dingen. Het is de beste tijd van het jaar. Dit jaar heb ik een kort filmpje aan mijn leerlingen laten zien en getrakteerd op lekkere dingen. Om te laten zien: dit is mijn land. Ze leven ook echt mee. Een tijdje geleden waren er veel problemen voor vrouwen in Iran. Leerlingen, ouders en collega’s komen dan vragen: wat is er precies aan de hand? En hoe gaat het met jou? Dat is heel fijn. Ik voel me heel erg thuis in mijn school en ben iedereen, de rector, wiskunde sectie, mijn begeleiders en de leerlingen heel erg dankbaar. Net als mijn docenten van de HvA.”

Leer Nederlands!
“De taal is geen probleem meer. In het begin als ik iets niet verstond en vroeg: ‘kun je het nog een keer zeggen?’, zeiden leerlingen: ‘laat maar’. Nu durf ik te zeggen: ‘wil je het alsjeblieft herhalen?’ En zij willen ook die moeite doen. Als advies aan statushouders die leraar willen worden, zou ik meegeven: doe alles wat je Nederlands kan verbeteren. Vrijwilligerswerk is daarvoor een goede manier. Contact met Nederlandse mensen is belangrijk. Het is vaak moeilijk, maar je moet doorgaan. Hoe zeggen jullie dat ook alweer in het Nederlands? De aanhouder wint.”