Toekomstige collega

Ferdi Schrooten

  • Van: De Regenboog

Ferdi Schrooten studeerde journalistiek en werkte lang in de krantenwereld. Later switchte hij naar tv. Hij deed projecten in binnen- en buitenland en heeft een boek geschreven. Nu staat hij bij christelijke basisschool De Regenboog in Kortenhoef als leraar voor groep 7. Daar begint hij iedere dag met een onderwerp uit het nieuws.

“Ik ben vader van vier kinderen. Dan krijg je wel wat kennis mee van het onderwijs. Ook van de personeelstekorten. Steeds vaker invallers. Dan kun je langs de kant blijven staan, maar je kunt ook mee gaan doen. Als je al zoveel gedaan hebt, ben je misschien wel beginner in het onderwijs, maar op veel andere vlakken juist heel ervaren. Dat neem je ook mee. Ik merk dat de kinderen het heel leuk vinden om te horen wat die meester allemaal nog meer heeft gedaan.”

Zo schreef deze meester een boek waarvoor hij naar Australië ging om zijn familiegeschiedenis na te gaan. Deze zoektocht leidde uiteindelijk ook tot een onderwijsmodule.
“Een oom van mij heeft een goudmijn gehad in Australië. Ik ben daarheen gegaan en heb zijn verhaal helemaal uitgeplozen. Daar heb ik een boek over geschreven: ‘Nonk Theo en de mijnen’. Als spin-off daarvan heb ik samen met een docent Nederlands een lesmodule gemaakt: ‘Verborgen familieverleden’. Daarin ging ik met scholieren op zoek naar dode bloedverwanten, zowel in de echte wereld als online. Zo waren er twee klasgenootjes van wie de ene overgrootvader in een prisoner-of-war-camp in de Verenigde Staten was beland en de andere een verzetsheld was. Dat levert in een klas ook goede gesprekken op. Ik doe die lesmodule nu niet meer, omdat het niet kan naast mijn job als meester van groep 7.”

Het zorgde wel mede voor de overstap naar het onderwijs
“Ik realiseerde me dat ik het heel leuk vind om onderwijs te geven en kinderen te begeleiden. Naast vertellen over spellen en rekenen, wat ik ook leuk vind, hen de wereld laten ontdekken en tot inzichten laten komen. Ik heb hiervoor qua werk heel veel gedaan. In binnen- en buitenland, bij televisie en krant. Maar op een gegeven moment had ik het wel gezien. Mijn vrouw, die zelf ook in het onderwijs werkt, zei: waarom ga je daar niet kijken? Dat heb ik gedaan en ik vond het direct leuk. Ik heb het oriëntatietraject gevolgd waarbij je in een paar maanden tijd verschillende scholen bezoekt, zelf ook lessen geeft en best veel moet doen. Zo krijg je een beter beeld of je dit echt wilt. De stichting kan tegelijkertijd kijken of je geschikt bent voor het onderwijs en of je het zij-instroomtraject aankunt.”

Sinds januari 2023 volgt Ferdi college aan de Marnix Academie en staat hij als zij-instromer voor de klas
“Ik vind het best pittig – de combinatie werk, studie en privé. In de journalistiek had ik een enorme routine opgebouwd, maar hier is alles nieuw. En wat ook wennen is: je kunt niet rustig eerst een beetje kletsen bij het koffieapparaat voordat je de dag begint. Twintig over acht gaat de zoemer, dan begin je en sta je aan tot twee uur. Wat ik ook best pittig vind, is dat er allemaal heel verschillende leerlingen in een klas zitten en die wil je toch allemaal bedienen. Vroeger werd er gewoon lesgegeven en als de lesstof veel te makkelijk voor jou was, had je pech en als het veel te moeilijk was ook. Alles door elkaar maakt het uitdagend, maar ook best vermoeiend. Zeker omdat het als zij-instromer learning on the job is. Maar je neemt een hoop levenservaring mee. Daar dicht je ook wel weer veel mee af.”

Wat het mooiste is aan het vak?
“Deze kinderen zitten in een vormende fase van hun leven. Ze maken veel mee. Soms hebben ze verdriet over het overlijden van een oma of er kan een scheiding spelen. Dat fietst dan ook allemaal door die levens heen. Als je een goede band hebt, kun je het daarover hebben. Dat vind ik heel mooi. Elke dag is anders. Wat je doet is klein, maar tegelijkertijd heel groot. Het gaat echt ergens om. Wat jij kinderen aanleert, draagt er hopelijk aan bij dat het burgers worden die zich kunnen redden en ook als mens de moeite waard zijn.”

Minder leuke kanten zijn er ook
“Er wordt een hoop geadministreerd. En de methodes zou je als dwingend kunnen ervaren. Maar het biedt ook rust. En daar kun je op een gegeven moment ook wel je vrijheid in nemen. Financieel was deze overstap wel een aderlating. Het geld is dan ook niet waar je het voor doet. Hoewel ik vind dat daar wel wat bij mag. We willen allemaal goed onderwijs, je vertrouwt je kinderen aan een school toe, dan mag daar ook wel in geïnvesteerd worden. Er zijn al zoveel bullshit-banen in onze samenleving. Hier verdien je misschien niet het meeste, maar je doet er wel toe.”

Ferdi heeft een oproep
“Kerels, meld je! Zeker ook voor het basisonderwijs. De scholen, ouders, collega’s halen je graag binnen. Mocht je twijfelen over een werkplek met veel vrouwen: het valt heel erg mee met het oestrogeengehalte. Deze vrouwen staan hun mannetje, er worden echt goede grappen gemaakt, in ieder geval op mijn school, wij hebben hier een voetbalpool. Je bent erg welkom en kunt als man zeker je draai vinden in het basisonderwijs.”

Lianne Rebel

Lianne Rebel wilde van kleins af aan juf worden, maar had het idee dat dit voor haar niet was weggelegd. “Ik dacht: dan moet je heel veel theorie doen en daar was ik helemaal niet van. Ik was van het creatieve. Ik had ook een taalontwikkelingsstoornis en dacht dat je daarmee nooit de pabo zou kunnen doen.”

Jeanine Elders

Het carrièrepad van Jeanine Elders bracht haar steeds een stapje hoger, tot manager aan toe. Op een levensbepalend moment besefte ze dat dat niet was waar haar hart lag. Ze miste het contact met de werkvloer en maakte de overstap naar het basisonderwijs. Op de Augustinusschool in Hilversum managet ze nu als zij-instromer vijfentwintig zeer (inter)actieve kleuters.

Petra Haverlach

Petra Haverlach ging na de middelbare school naar de kappersschool omdat het haar ´wel leuk leek´. Dat was het ook, net als het kappersvak, maar het gevoel echt iets toe te kunnen voegen ontbrak. Na wat omzwervingen maakte ze de overstap naar het onderwijs. Ze werkt nu als leraarondersteuner op de Junior Campus in Hilversum en doet de flexibele deeltijd-pabo om straks zelfstandig voor haar eigen klas te staan.

Judith Visser

Judith Visser: “Toen ik klein was, wilde ik later een stoer beroep: bij de landmacht of beren verzorgen in de dierentuin.” Dat is het uiteindelijk niet geworden, maar na jaren in een andere sector de overstap maken naar het onderwijs is minstens even stoer. Judith staat als zij-instromer voor de klas op de Gooise Daltonschool in de Hilversumse Meent.

Linda Tensen

‘Juf, weet je waar jij op lijkt?’ Linda Tensen (53) studeerde af aan de pabo, specialisatie bovenbouw. Maar na een paar maanden met een groep pre-pubers wist ze dat dát niks voor haar was. Inmiddels geeft ze al 29 jaar les aan kleutergroepen. Ze heeft in haar onderwijscarrière heel veel zien veranderen, maar wat blijft is dat ieder kind zich veilig wil voelen. Over de vraag wat ze vroeger wilde worden hoeft ze geen seconde na te denken: juf!

Jeroen Hubert

Jeroen Hubert (47) werkte tien jaar als fitnessinstructeur en dertien jaar als financieel adviseur bij een bank. Totdat een gastles op een basisschool hem aan het denken zette. Inmiddels zit hij in het afrondende jaar van de deeltijd-pabo en loopt hij stage op RKBS de Springplank in Huizen.

Ilse de Bruin

“Toen ik jong was wilde ik kinderarts worden of juf. Ik was niet zo bèta, dus op de middelbare school had ik al snel door: kinderarts ligt buiten mijn bereik. En wat het onderwijs betreft: daar waren in die tijd helemaal geen banen in! Ik heb ook over de kunstacademie gedacht, maar dat vond ik toen toch wel een beetje vaag.”